De leefwereld van de bouwheer (=realiteit)
Architectuur verandert samen met het menselijk bestaan. Het is een kwestie van idee en draait om rede, niet om bevliegingen of smaak. Architectuur is niet louter decoratie of functie, maar wel een anticiperen op het bestaan. Het bestaan is voor ieder van ons verschillend en geeft daarom steeds een individuele en persoonlijke noot.
Zo hebben we allemaal een verwachtingspatroon dat voortvloeit uit de vraag 'wat willen we doen in huis ?'. Dit is afhankelijk van de levensstijl (bestaansfilosofie) die men erop nahoudt, de bezigheden die er gaan plaatsvinden, de relatie die men creëert ten opzichte van de andere huisgenoten en de bezoekers, de fantasie en inspiratie van zowel bouwheer als architect. Maar de weg naar creatie is lang en bezaaid met hindernissen.
Een woning is de weerspiegeling van de individualiteit van de bewoner, niet van de architect. De architect dient met beide voeten in 'de leefwereld van de bouwheer te staan', zodat de bewoner zijn eigen opvatting over wonen en de belevenis hiervan kan ervaren in zijn woning.
Architectuur komt tot leven bij de gratie van de verrassing (=droom)
Doorheen de ruimten van een woning, die elk hun eigen identiteit (kunnen) hebben, moet men zich kunnen bewegen in een 'promenade architecturale'. Thema van de wandeling is de verrassing, die tot verwondering leidt en aanspoort tot doorlopen en verder op ontdekking gaan. Gedurende deze wandeling, waar de zon de architecturale leidraad moet worden, wordt er verwezen naar onze band met de hemel, de lucht, de aarde en het water. Dit impliceert licht, ruimte en verbondenheid met de natuur.